Maatregelen
Tien eenvoudige maatregelen voor schoon grondwater
Vitens heeft 10 maatregelen opgesteld waarmee u eenvoudig de nitraatuitspoeling naar het grondwater vermindert. Ook kan de grond hierdoor de aanwezige mineralen beter vasthouden. ‘Praktijkcentrum voor Melkveehouderij en Milieu De Marke’ in Hengelo (Gelderland) en ‘Koeien & Kansenbedrijven’ hebben hiermee al vele jaren positieve ervaring opgedaan. Het doel is te komen tot maximaal 50 mg nitraat per liter water. Deze maatregelen kosten weinig inspanning, geven geen of lage opbrengstderving maar leveren wel geld op.
1. Strooi minder kunstmest
Praktijkcentrum De Marke weet uit ervaring dat 40% minder bemesting toch nog een vergelijkbare gewasopbrengst oplevert! De stikstof uit vergiste mest is sneller beschikbaar. Daardoor gebruikt dit praktijkcentrum de laatste 2 jaar helemaal geen kunstmest meer!
2. Stop eerder met bemesten
Beperk het bemesten van de grond tot het voorjaar. In de herfst en zomer komt organisch geboden stikstof sneller vrij (mineralisatie) dan in de lente. Praktijkcentrum De Marke geeft alle bemesting (drijfmest van rundvee) in de periode maart tot augustus.
3. Bewerk grond alleen in het voorjaar
Door de grondbewerking voor graslandvernieuwing van oud grasland sterft plantmateriaal af en brengt u zuurstof in de bodem. Dit stimuleert de omzetting van gebonden stikstof naar minerale stikstof. In het najaar is de plantengroei minimaal tot nihil. De vrijgekomen stikstof kan dan nauwelijks of niet opgenomen worden door de plant. Ook kan de vrijkomende stikstof eenvoudig uitspoelen in de herfst en winter.
4. 14,5% ruweiwit is voldoende
Eiwit is duur en het is rijk aan stikstof en fosfaat. Overmaat van eiwit geeft hogere voerkosten en
hogere ammoniak- en nitraatuitstoot. Dit is nadelig voor de diergezondheid. Het melkureumgehalte is een belangrijk kengetal voor de eiwitbenutting. Bij Praktijkcentrum De Marke produceren koeien met een uitgebalanceerd rantsoen, voorzien van 14,5% ruweiwit, ruim 9.000 kilo melk per koe per jaar.
5. Zaai gras onder de maïs
Gras laten groeien onder maïs is eenvoudig en bedrijfszeker. Het is voordelig, milieuvriendelijk en gras draagt bij aan de vruchtbaarheid van de bodem. Gras bindt circa 40 kilo stikstof per hectare en produceert daarmee circa 2 ton droge stof per hectare. De stikstof wordt het volgende jaar gekort op de bemesting. Het ondergeploegde gewas houdt het organische stofgehalte van de bodem op peil. Op droge zandgrond is groen houden van maïsland in de winter verplicht om te voldoen aan de nitraatnorm. Teel op esgrond bij voorkeur gras in plaats van maïs.
6. Teeltplan gebruiken voor strakke vruchtwisseling
Een strakke vruchtwisseling biedt veel voordelen (bijvoorbeeld: 3 jaar gras, 2 jaar maïs en 1 jaar GPS)
- U benut de mineralen optimaal (inclusief sporenelementen). Wat het ene gewas laat zitten in de grond, neemt het volgende juist wel op.
- Geen afbraak van organische stof op het bouwland.
- Minder probleemonkruiden zoals hanepoot en kweek of zwarte nachtschade.
- U voorkomt bodemziekten zoals wortelverbruining in maïs.
- De opbrengst van gewassen is 10% hoger door betere bodemvruchtbaarheid.
GPS is een ideale tussenvrucht. U kunt hetzelfde jaar ook nieuw gras inzaaien als ondervrucht. Na de GPS levert dat nog twee sneden gras op.
7. Teel zelf krachtvoer
MKS is het meest energierijke voer dat een boer zelf kan telen. Het bevat ruim 1100 VEM per kilo droge stof. De zetmeelrijke energie uit MKS past uitstekend in grasrijke rantsoenen. De teelt, bewaring en het voeren zijn identiek aan die van maïs. Door het voeren van MKS in plaats van energierijk krachtvoer, ontstaat minder fosfaat. Ook graan kan een goede krachtvoervervanger zijn.
8. Houd minder jongvee
Fok alleen jongvee op voor vervanging van de eigen melkveestapel. Gebruik vervolgens minder kunstmest of krachtvoer waarmee u een ruwvoeroverschot voorkomt.
9. Beperk het weiden van vee
Vooral door de slechte verdeling van mest en urine door weidend vee is de minerale benutting hiervan laag. Op droog zand spoelt stikstof van urine in de herfst makkelijk uit naar het grondwater. Beperk daarom het weiden en zet vee tijdig op stal. Mest uit de stal kunt u op een gewenst moment op de grond brengen. Voer de melkkoeien in de stal bij met maïs voor een betere mineralenbenutting.
10. Hogere melkproductie per koe
Oudere koeien geven relatief meer melk dan jonge koeien. Vervang melkkoeien dus minder snel. Goed dierwelzijn en ziektepreventie zijn de sleutelmaatregelen. Streeft naar 35.000 kilo per afgevoerd dier (dit is ongeveer 4 lactaties). Houd een gedetailleerde stikstofbalans bij. Alleen zo krijgt u voldoende zicht op de stikstofstromen en is gericht bijsturen mogelijk.